Pagina's

vrijdag 2 mei 2008

Bijna goed is helemaal fout

"U heeft geen recht op herstel of vervanging, want u heeft het gebrek niet binnen zeven werkdagen gemeld.” Winkeliers die met dit excuus aan komen zetten, hebben goed begrepen dat zij van (sommige) wetsartikelen mogen afwijken, en doen dat dan uiteraard in het nadeel van de klant. Echter hebben ze niet door dat dit in veel gevallen niet is toegestaan.

Artikel 7:23 BW verplicht de koper om binnen een bekwame tijd bij de verkoper te melding wanneer een product gebreken bevat of om een andere reden niet aan de overeenkomst beantwoordt (non-conformiteit). De wetgever heeft over dit wetsartikel onder andere het volgende opgemerkt:

Artikel 7:23 lid 1 BW vereist dat de koper de verkoper binnen bekwame tijd nadat hij de de non-conformiteit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis geeft. Of ingevolge dit artikel de koper de verkoper tijdig in kennis heeft gesteld, hangt af van tal van omstandigheden, zoals de aard van het gekochte, de deskundigheid, de onderlinge verhouding en de juridische kennis van beiden. Het verdient de voorkeur deze meer flexibele maatstaf te behouden, waarbij evenwel voor de consumentenkoop bepaald moet worden dat de termijn niet korter mag zijn dan twee maanden na ontdekking. (MvT, TK 2000-2001, 27809, nr. 3, p. 10)

Een bekwame tijd is voor een consument dus altijd minimaal twee maanden, zelfs wanneer de consument zich veel eerder kon melden bij de verkoper. Bovendien gaat deze periode pas lopen op het moment dat de consument heeft heeft ontdekt dat het product niet aan de overeenkomst beantwoorden. Een consument hoeft het product dus niet te onderzoeken op non-conformiteit. Als een dergelijk onderzoek toch plaats vindt, dan gaat de termijn pas lopen op het moment dat er een conclusie uitkomt dat het product niet aan de overeenkomst beantwoord.

Bij de koop van bepaalde zaken kan immers een langere termijn dan twee maanden acceptabel zijn. Bovendien beoogt de richtlijn te bevorderen dat consumenten ook in een andere lidstaat goederen aanschaffen, maar zou juist voor deze kopers een kennisgevingstermijn van twee maanden te knellend kunnen zijn. (MvT, TK 2000-2001, 27809, nr. 3, p. 24)

Nu de consument het product niet hoeft te onderzoeken zal een bekwame tijd niet snel langer uitvallen dan de genoemde twee maanden. Echter kunnen er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een langere termijn rechtvaardigen. Buitenlandse consumenten zijn niet bekend met de Nederlandse taal en de Nederlandse gewoontes en zullen daar dus hinder van ondervinden. En binnenlandse consumenten zouden onopzettelijk door de winkelier gehinderd kunnen worden. In dergelijke gevallen kan een consument toch op tijd zijn als hij zich pas na die twee maanden meldt.

Bij een consumentenkoop geldt dat de winkelier niet in het nadeel mag afwijken van dit artikel. Een winkelier mag dus niet in zijn algemene voorwaarden opnemen dat de (consument)koper zich binnen zeven werkdagen meldt. En een winkelier die een vaste termijn van twee maanden hanteert, heeft het bijna goed. Er zullen dan ook niet veel consumenten zijn die er in zullen slagen om dit beding te vernietigen. Consumentenorganisaties kunnen dat echter weer wel, omdat bijna goed toch echt helemaal fout is.



Geen opmerkingen :

Een reactie posten