Pagina's

vrijdag 29 februari 2008

Verweer tegen gebruikelijke excuses van de winkeliers

“U heeft geen recht op herstel of vervanging, want u heeft het product niet goed gebruikt!” Het gebruikelijke excuus waar een willekeurige winkelier mee aankomt, als je met een defect product bij hem aanklopt. Toch heeft de winkelier het hierbij lang niet altijd bij het juiste eind, zelfs als hij kan aantonen dat het product geen productiefouten bevat!

De wet zegt namelijk dat een gekocht product niet aan de overeenkomst beantwoordt als het niet die eigenschappen bezit die je op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dit heet het conformiteitsbeginsel en dat is geregeld in artikel 7:17 BW. Daarbij geldt dat je mag aannemen dat het product die eigenschappen bezit die voor normaal gebruik nodig zijn, tenzij het om een eigenschap gaat waar je aan behoorde te twijfelen. Je moet twijfelen als de verkoper expliciet meld dat het product een bepaalde eigenschappen mist of niet geschikt is voor een bepaald gebruik of situatie. Daarnaast moeten die eigenschappen aanwezig zijn die voor afgesproken bijzonder gebruik nodig zijn. Maar wat wil dat nu concreet zeggen?

Het eerste en belangrijkste kenmerk is dus dat het product vermoed wordt geschikt te zijn voor normaal gebruik. In de rechtszaak LJN AY8747, waar een consumentengeschil over een parketvloer centraal stond, oordeelde de rechter als volgt:

Op een vloer in een woning wordt nu eenmaal met schoenen gelopen, met stoelen geschoven en door kinderen met speelgoed gespeeld. Anders dan het schuiven met een kast vormt dit een normaal gebruik. [appellant] mocht dan ook bij deze vloer krasbestendigheid verwachten bij normaal gebruik.

Normaal gebruik is dus dat gebruik dat het doorsnee individu uit de doelgroep pleegt. Voor een vloer in een woning geldt dus dat het schuiven met stoelen onder normaal gebruik valt. En krasbestendigheid is de eigenschap die benodigd is voor dit gebruik. Een verkoper kan het dus maar beter melden als een vloer niet krasbestendig is.

“Er is spraken van waterschade, dus het defect is uw eigen schuld” is een andere mededeling waar je tegenaan kunt lopen bij een defect product, met name bij elektronica. Zelfs als deze zijn gemaakt om overal mee naar toe te nemen. Marije Hulshof, directeur van de Consumentenautoriteit stelt in haar column, 'niet meer bellen in de regen?', over mobiele telefoons: “die moet u mee kunnen nemen in uw tas of binnenzak om te gebruiken op kantoor, in de kroeg of op het terras. Ook als het miezert. Normaal gebruik, noemen we dat.” Voor een mobieltje is normaal gebruik dus kunnen bellen in de regen, en de eigenschap die daarbij hoort is waterwerendheid. Aan de aanwezigheid van deze eigenschap moet je twijfelen als gemeld is dat het mobieltje niet tegen regen kan.

Het derde voorbeeld gaat over bijzonder gebruik. Stel een winkel verkoopt servers en werkstations aan ondernemers. Nu wil een lokaal radiostation een server voor in haar studio. Dit vereist dat de computer (zeer) stil is zodat deze niet op de opname te horen is. Het bijzondere gebruik is dan dat op een meter afstand professionele opnames te maken moeten zijn en de gewenste bijzondere eigenschap van de computer is stilheid. Het radiostation moet dan laten weten dat ze de computer op deze manier willen gebruiken.

Het conformiteitsbeginsel regelt dus wie van de partijen wat moet melden. Eigenschappen die ontbreken aan een product moeten gemeld worden door de verkoper, als deze nodig zijn voor normaal gebruik. De overige gewenste eigenschappen hoeft het verkochte product alleen te bezitten, indien de koper daar om heeft gevraagd. Het is redelijk om te verlangen van de verkoper dat hij de markt globaal kent, want hij verdient er zijn brood mee. Daarentegen is het weer onredelijk te verwachten dat de verkoper de specifieke wensen van de koper kent, want hij kan natuurlijk geen gedachten lezen.

Als het product niet aan het conformiteitsbeginsel voldoet dan heb je recht op herstel of vervanging (7:21 BW), schadevergoeding van gevolgschade (7:24 BW) en in sommige gevallen ook op ontbinding of prijsvermindering (7:22 BW) als er sprake is van non-conformiteit. Echter, de consument moet in beginsel wel bewijzen dat daarvan sprake is (150 Rv). Gelukkig heeft de wetgever het je iets makkelijker gemaakt gedurende de eerste zes maanden na aankoop. Volgens artikel 7:18 lid 2 BW moet de verkoper dan bewijzen dat het product aan het conformiteitsbeginsel voldeed. Als het product binnen de garantie valt, dan ligt de bewijslast ook bij hem.

Een eenvoudige bewering is niet voldoende. Als koper kun je bijvoorbeeld aan deze bewijslast voldoen door te wijzen op de problematische geschiedenis of een productie fout in een bepaalde serie. En als koper hoef je eveneens geen genoegen te nemen met alleen een bewering van de verkoper.



Geen opmerkingen :

Een reactie posten